Koolmonoxide is een niet-opmerkbaar gas (geurloos, kleurloos, smaakloos) dat vrijkomt bij een onvolledige verbranding van fossiele brandstoffen zoals hout, kolen, stookolie en gas. Dat maakt dat bijna elk verwarmings- of heetwatertoestel een mogelijke bron van koolmonoxide is. Denk maar aan een kachel, CV-ketel of schouw.

Wanneer je dit gas inademt neem je dit gas op in je bloed. Daar hecht het zich vast aan rode bloedcellen en verdringt het zuurstof. Daarom is een klein beetje koolmonoxide wat je inademt al genoeg om een vergiftiging op te lopen. De ernst van die vergiftiging hangt af van de hoeveelheid en de duur van de blootstelling aan koolmonoxide.

Een koolmonoxidemelder volgt de concentratie koolmonoxide in de lucht op en geeft een signaal wanneer deze een bepaalde drempel gedurende een bepaalde tijd overschrijdt. Wanneer je een First Alert melder hebt geven ze een vooralarm.

 

Waar plaats ik een koolmonoxidemelder?

In een ruimte met een verbrandingstoestel:

• Op een horizontale afstand tussen 1 en 3 meter van de koolmonoxide-bron.
• Centraal in de ruimte.
• Op minimaal 30 cm van omliggende muren.
• Niet naast aanwezige luchtinlaten of uitlaten of andere objecten aan het plafond.

 

In een ruimte zonder een verbrandingstoestel:

Slaapkamers:

• Op ademhoogte, de hoogte waarop je slaapt.
• Niet naast luchtinlaten of uitlaten
• Niet achter objecten zoals gordijnen en kasten

Overige ruimtes:

• Op ademhoogte, afhankelijk van de activiteiten komt ademhoogte overeen met zit- of loophoogte.
• Niet naast luchtinlaten of luchtuitlaten
• Niet achter objecten zoals gordijnen en kasten

 

! Plaats hier nooit een koolmonoxidemelder !

• Nooit naast luchtinlaten of luchtuitlaten.
• Nooit achter objecten zoals gordijnen en kasten.